Info
Zoeken naar het intieme in de muziek, dat is wat Menno van Delft in deze raamvertelling voor ogen lijkt te hebben. In de stille beslotenheid van de Kapelkerk gebruikt hij hiervoor een muselaer en een klavecimbel, twee snaarinstrumenten met een geheel eigen klankkarakter. Instrumenten ook waar je dichtbij moet zitten om maar niets te missen van alle subtiele details.
Voor de muziek put Van Delft uit het welbekende repertoire van Jan Pietersz. Sweelinck en Johann Sebastian Bach met een uitstapje naar Johann Kuhnau, Johann Adam Reincken en het Camphuysen manuscript. Wie de muziek kent, zal nog meer kunnen genieten van alle nuances die Manno van Delft hierin weet aan te brengen. Het sprankelende Mullerorgel is de lijst van zijn muzikale verhaal.
Searching for the intimate in music, that is what Menno van Delft seems to have in mind in this frame story. In the quiet seclusion of the Kapelkerk, he uses a muselaer and a harpsichord, two stringed instruments with a completely individual sound character. Instruments that you have to sit close to in order not to miss any subtle details.
For the music, Van Delft draws on the well-known repertoire of Jan Pietersz. Sweelinck and Johann Sebastian Bach, with side-trips to Johann Kuhnau, Johann Adam Reincken and the Camphuysen manuscript. Those who know the music will enjoy even more all the nuances Manno van Delft manages to bring to it. The sparkling Muller organ is the frame of his musical story.