In de 19de eeuw ontstond er grote interesse in volksverhalen (zoals verzameld door de gebroeders Grimm) en in volksmuziek. Ook grote componisten raakten hiervan in de ban.
Robert Schumanns Stücke im Volkston voor cello en piano zijn er een mooi voorbeeld van. Frédéric Chopin drukte zijn heimwee naar zijn moederland Polen graag uit in muziek, waarvan zijn, soms vrolijke, soms melancholische Mazurka's getuigen. De Engelse componist Ralph Vaughan Williams genoot van de klanken van de natuur: zijn beroemde The Lark Ascending voor viool en piano verbeeldt de zang van de leeuwerik die opstijgt in het liefelijke Engelse landschap.
Felix Mendelssohn was, zoals velen met hem in het begin van de 19de eeuw, gefascineerd door Schotland; de romantiek van een voor-christelijk verleden, verlaten kastelen en door mist en regen verborgen hooglanden sprak hem bijzonder aan. Hij maakte op jonge leeftijd een reis naar de Hebriden, een eilandengroep voor de westelijke kust van Schotland. Deze reis inspireerde hem tot het componeren van de Hebriden Overture, een van Mendelssohns bekendste stukken. U hoort dit geliefde werk in een bewerking voor viool, cello en piano-vierhanden (m.m.v. Patricia Verhagen, piano)
Het programma eindigt in Tsjechië met het magistrale Pianotrio van Bedrich Smetana. Het pianotrio werd door Smetana in een opwelling van verdriet over het overlijden van zijn kleine dochtertje gecomponeerd. Toch is het niet alleen kommer en kwel: ook optimistische en lichte passages spelen een belangrijke rol in de fantastische werk.