Vanaf de eerste maten van Israel in Egypt is het drama voelbaar; het volk Israël is in ballingschap, heeft haar leider (Jozef) verloren en is verplicht tot dwangarbeid. Het werk begint dan ook vol treurnis: Israël is in rouw.
Handel gebruikte deze muziek al eens eerder bij de begrafenis van Queen Caroline, maar het past perfect bij zijn later bedachte oratorium Israel in Egypt. Het begin van een groots oratorium voor dubbelkoor en solisten, waarin uiteindelijk de onderdrukker overwonnen wordt en bevrijding de boventoon voert. Een heerlijk werk om uit te voeren vanwege de grote diversiteit aan koordelen wat betreft de sfeer (van droevig tot enorm feestelijk) en de bezetting (met veel delen voor dubbelkoor). Voor het publiek is het daardoor ook een prettig werk om naar te luisteren. De delen zijn contrasterend en niet te lang.
Voor de uitvoering van dit oratorium werken twee kamerkoren samen: Kamerkoor Cantiago uit Utrecht en het Veenendaals Kamerkoor. Het samengestelde koor wordt begeleid door een uitgebreid barokorkest van strijkinstrumenten, hout- en koperblazers, slagwerk, klavecimbel en orgel.
Daarnaast zijn er fantastische solisten gecontracteerd. Gerben van der Werf (alt) heeft een internationale carrière als solist en is dit jaar ‘AvroTros-talent’. Ingrid Nugteren is bij beide koren een graag geziene solist en treedt op met onder andere het Nederlands Kamerkoor. In Utrecht soleert daarnaast de sopraan Bobbie Blommesteijn en in Veenendaal de uit dezelfde plaats afkomstige Noëlle Drost. Het solistenbestand wordt gecompleteerd door tenor Albert van Ommen en bas Joep van Geffen, die naast hun solistische carrières, beide in het Groot Omroepkoor zingen.